Het groot dikkopje (Ochlodes sylvanus)
Sommigen zullen hem als een nachtvlinder aanzien, maar het groot dikkopje is wel degelijk een dagvlinder.
Hoe kan je het groot dikkopje herkennen?
Dikkopjes zijn wat motachtige dagvlindertjes met een harig borststuk en een compacte bouw.
Het groot dikkopje heeft een spanwijdte van 25 tot 32 mm.
De bovenzijde van de vleugels heeft een oranjebruine kleur; in de donkere zone nabij de achterrand zitten
Het groot dikkopje zit vaak met de vleugels gesloten. De onderzijde is egaal, en de lichte vlekjes zijn zichtbaar (maar niet altijd opvallend!)
Op het uiteinde van de voelsprieten zitten kleine haakjes: enkel het groot dikkopje vertoont dat kenmerk.
De groene rups laat zich niet makkelijk opmerken en wordt maar zelden gezien.
Wat eet het groot dikkopje?
Net als veel andere vlinders is het groot dikkopje een fervente bloembezoeker. Hij zit graag bloeiende bramen, knoopkruid, distels en in tuinen ook wel op lavendel.
Wat eet de rups van het groot dikkopje?
De rups van het groot dikkopje leeft van grassen, zoals zwenk- en beemdgrassen of witbol.
Waar leeft het groot dikkopje?
In West-Europa is het groot dikkopje wijdverbreid. De soort komt voor van Finland tot Noord-Spanje en Griekenland. In België kan je hem verspreid over het hele land waarnemen.
Vooral ruige graslanden en bloemrijke gebieden, aan de rand van bossen of heide, vormen het ideale leefgebied. Maar ook in parken en tuinen wordt de vlinder geregeld waargenomen.
Hoe plant het groot dikkopje zich voort?
Het groot dikkopje kan je waarnemen van eind mei tot in augustus: het vliegt in één generatie. De soort overwintert, verstopt in een kokertje van samengesponnen gras, als halfvolgroeide rups.
Wat kan jij doen voor het groot dikkopje?
Nectarplanten zijn belangrijk voor het groot dikkopje. Voorzie een hoekje waar bramen kunnen groeien en bloeien. Dat betekent dubbele winst: lekkere nectar voor de vlinders en lekkere bessen voor jou!