Bericht van de Groencommissie (zie ook de pagina VOGELS LOKKEN)
Wie van vogels houdt, ziet ze graag ook in de tuin verschijnen. We lokken ze met voedsel, hangend of staand en op de juiste plek. Het is een leuke uitdaging om je tuin zo uitnodigend mogelijk te maken voor broedende vogels in de tuin.
Je tuin is aantrekkelijker voor vogels als je begroeiing in laagjes hebt. Dat wil zeggen afwisseling van hoge en lage planten en struiken. Ook hogere bomen in de omgeving zijn belangrijk.
Verder helpt het als je eetbaar groen in je tuin hebt staan. Denk aan struiken met bessen of bomen met vruchten.
Vogels zullen ook eerder in je tuin te vinden zijn als ze er nestmateriaal kunnen vinden zoals takjes, pluisjes en blaadjes. Nestjes zullen ze pas maken als er voldoende schuilplekken zijn bijvoorbeeld in doornstruiken of een heg. Wanneer je nestkastjes ophangt let er dan op dat er een rustplek is in de aanvliegroute en hang een nestkast niet in de volle zon.
En dan nu de Spreeuw

De spreeuw heeft een verenkleed dat zwart oogt, daaroverheen heeft hij een prachtige groene en paarse gloed. In de winter heeft de spreeuw witte spikkels. Je ziet spreeuwen vaak in grote zwermen. De spreeuw is met zijn lengte van 21 cm en spanwijdte van 37-42 cm iets kleiner dan de merel.
De spreeuw is overal te vinden waar geschikte holtes aanwezig zijn, zowel in oud loofbos als in steden in Europa. De spreeuw is een holenbroeder en maakt gebruik van oude nesten of een nestkast. Hij maakt een ovaal basisnest van takjes, stro en hooi.
De spreeuw heeft 1 legsel van vijf tot zes blauwige eitjes zo tegen half april.
Spreeuwen eten alles, maar halen voor de jongen vooral insecten.
De zang van de spreeuw een aaneengeschakeld geheel van klikkende, rollende en slissende geluiden, onderbroken door een hard, in toon dalend gefluit, zo ongeveer als kinderen doen wanneer ze het geluid van langssuizende kogels nabootsen. Spreeuwen kunnen bovendien fenomenaal andere vogels imiteren. Maar het blijft niet beperkt tot de zang van andere vogels, maar ook sirenes, autoalarmen, computerspelletjes, wekkers, geplons en gekwaak van kikkers, kan hij feilloos nadoen.
Karakteristieke kenmerken
Je ziet spreeuwen vaak in grote zwermen. Deze groepsvorming gebeurt stapje voor stapje, iedere dag sluiten er steeds een paar spreeuwen zich bij de groep aan. Dat leidt ten slotte in augustus tot de bekende spreeuwenwolken en de slaapplaatsen van soms wel tienduizenden vogels.
Waarom spreeuwen zo massaal overnachten, daar zijn ornithologen het nog steeds niet over eens. Want veilig voor roofvogels zijn ze zo niet echt, zo’n knetterhard gekwetter trekt al van verre de aandacht. Wel is de kans dat een spreeuw in de groep wordt gegrepen kleiner omdat de roofvogel moeite heeft met kiezen. Vooral onervaren rovers hebben daar moeite mee. De theorie van de Britse biologe Wynne-Edwards is dat spreeuwen willen zien met hoeveel ze zijn, met het oog op de beschikbare hoeveelheid voedsel in de omtrek.