Leeuwenbergh tuinen

Vogels lokken – 8. de Groenling

Bericht van de Groencommissie (zie ook de pagina VOGELS LOKKEN)

Wie van vogels houdt, ziet ze graag ook in de tuin verschijnen. We lokken ze met voedsel, hangend of staand en op de juiste plek. Het is een leuke uitdaging om je tuin zo uitnodigend mogelijk te maken voor broedende vogels in de tuin.

Je tuin is aantrekkelijker voor vogels als je begroeiing in laagjes hebt. Dat wil zeggen afwisseling van hoge en lage planten en struiken. Ook hogere bomen in de omgeving zijn belangrijk.
Verder helpt het als je eetbaar groen in je tuin hebt staan. Denk aan struiken met bessen of bomen met vruchten.
Vogels zullen ook eerder in je tuin te vinden zijn als ze er nestmateriaal kunnen vinden zoals takjes, pluisjes en blaadjes. Nestjes zullen ze pas maken als er voldoende schuilplekken zijn bijvoorbeeld in doornstruiken of een heg. Wanneer je nestkastjes ophangt let er dan op dat er een rustplek is in de aanvliegroute en hang een nestkast niet in de volle zon.

Deze dag de Groenling

Hoe zingt de Groenling?

De groenling is ongeveer even groot als de huismus. Hij heeft een dikke kop met hoge, lichte kegelsnavel. Hij heeft een gele tot geelgroene vleugelrand (handpenranden), samen met zijn gele staartzijde erg opvallend tijdens het vliegen. Het mannetje is overwegend geel-groen, en het vrouwtje is onopvallender bruiner. Het juveniel is op de boven- en onderzijde gestreept.

De Groenling is een zeer talrijke en wijdverspreide broedvogel van bosranden, bosschage, parken, boomgaarden en tuinen. Hij is ook te vinden in dorpen en buitenwijken.
Hij maakt een los nest in bomen en struiken en in een bebouwde omgeving ook vaak in klimplanten tegen een huismuur.
Tussen april en augustus hebben ze 2 tot 3 broedsels en per legsel 4 tot 6 roodgestippelde, witte eieren.

De groenling is een zaadeter, hij eet knoppen, bloesems en bloemen, zaden (zonnebloempitten), rozenbottels en bessen.
Hij roept kort ‘ghuuk’ of ‘ghuup’. Dit is vaak snel herhaald als bijna trillend ‘ghuukghuukghuuk’. Ook maakt hij een meer fluitend, stijgende ‘djuuie’. Zijn zang is een mengsel van kwetterende tonen en een kenmerkend ‘dzwииh’, dit is vaak in een vleermuisachtige zangvlucht. De bedelroep van jongeren is een herhaald ‘djiel djiel djiel’.
 

Karakteristieke kenmerken
Het is de grootste geel-groene vink. Van oorsprong is hij een schuwe vogel, inmiddels heeft hij zich goed aangepast aan het leven in tuinen. Het is dan ook een regelmatige tuingast en is veelal te vinden op voederstations die pinda’s en zonnepitten in de aanbieding hebben. Groenlingen zijn meestal te vinden in groepen, ze nestelen in kleine kolonies van ongeveer 6 paren.
Waar grote troepen groenlingen zich ophouden, zijn de aangeboden zaden in een mum van tijd opgegeten. Ze zijn vrijwel geheel afhankelijk van zaden. Ze eten zelfs restjes op de grond die andere vogels hebben laten vallen. Tijdens het broedseizoen staan er wel eens insecten op het menu.

Reacties gesloten.