Leeuwenbergh tuinen

Vogels lokken – 7. de Vink

Bericht van de Groencommissie (zie ook de pagina VOGELS LOKKEN)

Wie van vogels houdt, ziet ze graag ook in de tuin verschijnen. We lokken ze met voedsel, hangend of staand en op de juiste plek. Het is een leuke uitdaging om je tuin zo uitnodigend mogelijk te maken voor broedende vogels in de tuin.

Je tuin is aantrekkelijker voor vogels als je begroeiing in laagjes hebt. Dat wil zeggen afwisseling van hoge en lage planten en struiken. Ook hogere bomen in de omgeving zijn belangrijk.
Verder helpt het als je eetbaar groen in je tuin hebt staan. Denk aan struiken met bessen of bomen met vruchten.
Vogels zullen ook eerder in je tuin te vinden zijn als ze er nestmateriaal kunnen vinden zoals takjes, pluisjes en blaadjes. Nestjes zullen ze pas maken als er voldoende schuilplekken zijn bijvoorbeeld in doornstruiken of een heg. Wanneer je nestkastjes ophangt let er dan op dat er een rustplek is in de aanvliegroute en hang een nestkast niet in de volle zon.

In deze aflevering aandacht voor de Vink

Hoe zingt de VInk?

De vink heeft twee opvallende witte vleugelstreken. Bij het mannetje zien we een bruinrode onderzijde, een roodbruine wang en een blauwgrijze kop. Het vrouwtje is onopvallend grijsbruin en lijkt enigszins op de vrouwelijke huismus, maar is te onderscheiden door de opvallende witte tekening in de vleugel, de witte staartzijden en de grijsgroene stuit.
De vink is ongeveer even groot als de huismus met zijn 15 cm. Zijn spanwijdte ligt tussen de 25 en 28 cm.

De vink is talrijk en wijd verspreid. Hij broedt in bossen, parken en tuinen en andere plaatsen waar bomen staan.
Hij maakt een kunstig, stevig, napvormig nest hoog in de boom.
De vink broedt in april-juli met 2 broedsels. Per broedsel 4 tot 5 paarsgespikkelde blauwe eieren.
In de zomer eet de vink vooral insecten, en in de winter bijna alleen zaden.

Reacties gesloten.