Leeuwenbergh tuinen

Vogels lokken – 5. de Heggenmus

Bericht van de Groencommissie (zie ook pagina VOGELS LOKKEN)

Wie van vogels houdt, ziet ze graag ook in de tuin verschijnen. We lokken ze met voedsel, hangend of staand en op de juiste plek. Het is een leuke uitdaging om je tuin zo uitnodigend mogelijk te maken voor broedende vogels in de tuin.

Je tuin is aantrekkelijker voor vogels als je begroeiing in laagjes hebt. Dat wil zeggen afwisseling van hoge en lage planten en struiken. Ook hogere bomen in de omgeving zijn belangrijk.
Verder helpt het als je eetbaar groen in je tuin hebt staan. Denk aan struiken met bessen of bomen met vruchten.
Vogels zullen ook eerder in je tuin te vinden zijn als ze er nestmateriaal kunnen vinden zoals takjes, pluisjes en blaadjes. Nestjes zullen ze pas maken als er voldoende schuilplekken zijn bijvoorbeeld in doornstruiken of een heg. Wanneer je nestkastjes ophangt let er dan op dat er een rustplek is in de aanvliegroute en hang een nestkast niet in de volle zon.

Deze week de Heggenmus

Hoe zingt de Heggenmus?

De heggenmus is aan de bovenzijde bruin met een donkere tekening. Zijn borst en een deel van zijn kop is blauw-grijs en de oorstreek is bruinachtig. Het juveniel heeft aanvankelijk een bruin-grijze donkergevlekte bovenkop en sterker gestreepte onderdelen, maar gaat al snel door naar een kleed dat bijna niet van de volwassenen te onderscheiden is. Hij is onopvallend en doet denken aan de mannelijke huismus maar heeft een slanke snavel.

De heggenmus is met zijn 14 cm ongeveer evengroot als de huismus. Spanwijdte varieert van 19 tot 21 cm.
Het is een talrijke en wijdverspreide broedvogel. Hij broedt in parken, bossen, heides, tuinen en verstedelijkte gebieden. Hij is ook te vinden tot zeer hoog in de bergen.

De heggenmus maakt een nest van mos en twijgjes dat goed verborgen ligt diep in struiken of laag in naaldbomen.
Ze broeden tussen april-juli en hebben doorgaans 2 broedsels, met 4 tot 5 blauwe eieren per legsel. Het vrouwtje bebroedt de eieren 14 dagen lang en de jongen vliegen 12 dagen na uitkomen uit.
Hij eet insecten en andere kleine ongewervelde dieren. In de winter eten ze ook zaden. Hij bezoekt af en toe voedertafels.

De heggenmus roept onopvallend ‘tiehiehiehie’ en bij gevaar maakt hij een langere, fluitende ‘tieh’. Zijn zang is helder fluitend en tingelend waarbij je kunt denken aan de Winterkoning. Hij is al in het vroege voorjaar te horen en zingt vaak vanaf een opvallende zangpost.
 
Stiekeme schuiver
De heggenmus is de meest gemiste tuinvogel van Nederland. Hij zit in bijna alle tuinen, maar wordt vrijwel altijd over het hoofd gezien. Want  zo opvallend als het gedrag van de huismus is, zo stiekem is dat van de heggenmus. Als je heggenmussen wilt zien, moet je niet speuren naar vogels, maar naar muizen! Ze schuiven – de pootjes zijn niet te zien – laag over de grond, met schokjes voorwaarts onder struiken of heggen. Ze doen hun naam heggenmus dus alle eer aan.
Een heggenmus is echt een tuinvogel om te ontdekken. Ten eerste om hem alleen al te vinden in de tuin.  Dat is best lastig vanwege zijn perfecte schutkleuren en verborgen leefwijze. Ten tweede vanwege zijn verrassend fraaie uiterlijk. Wie een heggenmus door een verrekijker bekijkt, ziet meteen de schoonheid van het blauwachtige kopje met de bruine kraaloogjes.

De heggenmus is een trekvogel. Als de kou aanbreekt trekken ze zuidwaarts. De noordelijke populatie trekt in grote getalen door Nederland en kan hier ook als wintergast verblijven. De heggenmus trekt van de broedgebieden richting het middellands zeegebied, maakt echter geen oversteek naar Afrika. Het liefdesleven van heggenmussen is goed onderzocht. Naar menselijke maatstaven blijkt deze zeer heftig te zijn. Mannetjes houden er vaak meer vrouwtjes op na, en andersom. Overigens komt dit bij meer vogels voor. Het aantal heggenmussen neemt gemiddeld genomen licht toe.

Het gedrag van een heggenmus heeft iets nerveus. Het lijkt wel alsof hij een zenuwtrekje heeft: hij slaat telkens en bliksemsnel heel even zijn vleugels uit. ‘Flicking’ noemen de Engelsen dat.
In het voorjaar zoeken heggenmussen het hogerop. Boven in het topje van een struik of conifeer, dus volop in het zicht in plaats van verstopt in de struiken, laten ze steeds weer hetzelfde korte zilveren liedje horen. Heel zacht  en heel helder. Als je zijn liedje leert herkennen, zal je ‘m in het voorjaar snel ontdekken.

De mus die geen mus is
De rug van de heggenmus is zwart gestreept en aan de snavel is te zien dat we hier niet met een huismus van doen hebben. Huismussen hebben een forse kegelsnavel om zaden te kraken. Heggenmussen hebben een fijn dun snaveltje, heel geschikt voor de insectenjacht. Op deze illustratie staan ze naast elkaar en is het verschil meteen duidelijk te zien.

Reacties gesloten.